woensdag 31 oktober 2012

27 oktober

Ik ben jarig vandaag en Marleen heeft een mooie tekening van een baobab en een klein bloemetje voor mij klaar. Een leuke verrassing op een ochtend waar we eindelijk richting België kunnen gaan. Niet dat het te lang was, ik heb mee zeer goed geamuseerd, heb veel meegemaakt, geweldige mensen leren kennen en bovenal weer eens een goede daad kunnen doen. Vanochtend staat er nog een bezoek aan het ziekenhuis op het programma. Met Dr. Yanoussa hebben we weer een schitterende gids die ons een snelle rondleiding in het ziekenhuis geeft. We bezoeken de werkplek van het Damiaanpersoneel. Op Moroni zijn de activiteiten voornamelijk toegespitst op tuberculose. Het is ons als snel duidelijk dat deze zieken geweldig goed opgevolgd worden. Het is mede daarom dat er geen gevallen zijn van MDR (Multi drug resistent) de meest besmettelijke vorm van tuberculose.

Wij zijn bijzonder gecharmeerd door de ziekenzalen van het ziekenhuis. Als ik dit vergelijk met de kamers van de staatsziekenhuizen in Bangladesh of zelfs in Moheli is dit het paradijs. Netjes, opgeruimd en vooral zuiver.

Het wordt ons ook steeds duidelijker dat Dr. Yanoussa vooral bezig is om fondsen te werven voor allerlei projecten. Op termijn staat er een grondige renovatie van het ziekenhuis op het programma. Hij vertelt dat 10 tot 20% door de staat zelf wordt betaald. De rest komt uit een of andere subsidiepot.

We gaan nadien nog met een damiaanmedewerker op verkenning op de markt van Moroni voor de laatste souvenirs. Er is echter weinig van waarde te vinden. Om 11.00 worden de koffers ingeladen en gaan we een laatste keer met Dr. Yanoussa en zijn collega lunchen en nadien vertrekken we naar de luchthaven. We zijn rond 13.30 daar en vertrekken omstreeks 16.30 uur voor een gesplitste vlucht.

Hier maken we het meest grappige tot nu mee. We landen in Mahajanga waar we uit het vliegtuig moeten, door de paspoortcontrole, onze bagage moeten ophalen, een visum voor 24 uur krijgen in ons paspoort (weeral gratis), worden onze koffers door de douane gecontroleerd, vervolgens checken we onze bagage terug in en gaan we door de volgende deur weer terug naar hetzelfde vliegtuig. Dit alles duurt ongeveer een half uur, waarna we verder vliegen naar Antannarivo om daar de internationale vlucht richting Parijs te nemen. Hier verloopt gelukkig alles erg voorspoedig en we verwachten om 23.50 uur te kunnen vertrekken naar Parijs voor een vlucht van 12 uur. Jammer genoeg zijn er nog een 60-tal passagiers die vertraging hebben en ook nog op onze vlucht meemoeten. Wij wachten dus weeral in het vliegtuig. Omstreeks half 2 ’s nachts krijgen we een laatste maaltijd en kunne we eindelijk gaan slapen. Vroeger als verwacht komen we in Parijs aan waar we ruim de tijd hebben voor koffie en een lekker broodje. Omstreeks 13.10 vertrekken we eindelijk richting Brussel voor de hereniging met onze families. En zo komt er een einde aan een uniek en speciaal bouwkamp.

Ik zal nooit vergeten:

-          Onze speciale band met Boussouri, een Damiaan in hart en nieren

-          Het eiland Moheli

-          De ontdekking van 5 nieuwe lepragevallen

-          De mentaliteit van de eilandbewoners

-          De ontmoetingen met mezelf tijdens dit bouwkamp

-          De kennismaking met nieuwe vrienden

-          Het korte broeken weer

-          Mijn eerste kennismaking met het echte Afrika

-          De enorme flexibiliteit van de bevolking

-          De tijd die er altijd op overschot is

-          Het leven zonder horloge

-          Onze druppels op die hete plaat, die de wereld heet

dinsdag 30 oktober 2012

30 oktober 2012: Dag 25


26 oktober


We hebben een rustige dag. Het is vrijdag, dus gebedsdag in Moroni, maar tevens is vandaag ook het offerfeest van de moslims. Dit betekent dus dat alle mensen in hun beste kledij op straat komen voor het gebed en het feest met hun familie. Dit betekent echter ook dat alles hier gesloten is. Dr. Yanoussa viert ook het feest met zijn familie in de voormiddag. Hij heeft met ons afgesproken dat hij om 15.00 uur langskomt om ons de stad te laten zien.

Rond 16.00 uur is ons geduld toch redelijk op de proef gesteld, maar gelukkig komt de eerste chauffeur rond die tijd aan bij ons hotel. Yanoussa komt ook iets later aan. We vertrekken met 2 wagens naar de oude stad. Wij komen aan met de auto van Yanoussa, de andere auto verliest onderweg zijn remschijf en de chauffeur verbrandt zijn handen omdat hij denkt dat hij van staal is. Er moet dus terug naar het hotel gereden worden om een nieuwe auto op te halen, maar dat is in een wip geregeld. De oude stad is echt wel indrukwekkend met nog zeer oude houten poorten en nauwe steegjes.


We krijgen een zeer uitgebreide uitleg van spraakwaterval Yanoussa die over alles en nog kan vertellen. We lopen verder langs oude begraafplaatsen die voor ons verboden gebied zijn en langs de oude markt. Op het plein met de vele banken worden er foto’s gemaakt van Rob voor zijn geliefde bank BNP.


We rijden met de auto verder de stad uit via de wijken waar de ambassades zijn en de NATO en alle kantoren van de NGO’s. We komen ook voorbij de berg waar voorheen de melaatsen verbannen werden. Net zoals op het eiland bij Nioumachoua en het eiland van Damiaan Molokai. Gelukkig is dat allemaal verleden tijd.

We rijden verder naar de vroegere hoofdstad van Grande Comore waar nog de overblijfselen staan van de laatste Sultan van De Comoren.


Indertijd sloot hij een akkoord met de Fransen om de Engelsen te beletten om zijn eilanden in te palmen. Toen het akkoord gesloten was zetten de fransen hem echter op transport naar een eiland bij Madagascar en palmden zo de eilanden in.

Ik had eerder al aan Dr. Yanoussa gevraagd op hij de orde van de Salvatorianen kende. Ik wist dat er vanuit Hamont een Salvatoriaan, Jan Gerits, enkele jaren geleden naar De Comoren vertrokken was. Dr. Yanoussa kent hem zelfs heel goed. Dus bij het terugrijden naar de hoofdstad besluit hij om even langs te gaan bij de katholieke post. Jan Gerits zit echter niet in Moroni maar zit op het eiland Mayotte. We spreken wel even met een van de salvatorianen die ooit in Hamont geweest is. Ook dit zijn van die leuke toevallige ontmoetingen.


Uiteindelijk worden we weer aan ons hotel afgezet na een zeer geslaagde namiddag en kunnen we weer een overheerlijke maaltijd bestellen, want de keuken hier in het hotel is schitterend. Het is onze laatste avond op De Comoren en iedereen zit met zijn gedachten in België. Vermits er nu toch hier en daar wat vermoeidheid in de darmen begint te sluipen trekt iedereen vroeg naar zijn kamer om een laatste keer zijn koffer te maken en zich voor te bereiden op een lange thuisreis.

Blijf lezen, want 27 oktober komt er nog aan!

vrijdag 26 oktober 2012

Gelukkige verjaardag!


26 oktober 2012: Dag 24

25 oktober

Na de inhuldiging van het gebouw blijft ons enkel nog het pakken van onze bagage. Iedereen wikt en weegt wat hij wel of niet zal meenemen naar huis. Ik had eerder al besloten om zo weinig mogelijk kleding mee terug naar huis te nemen. Ik maak een grote stapel voor Boussouri omdat hij zonder twijfel mijn maat heeft, niet in de lengte maar voor hem maakt zijn breedte veel goed. Een aantal dingen kunnen zeker ook dienen voor zijn zoon.

Boussouri komt later op de middag langs om nog wat te kletsen. Het gesprek wordt al snel redelijk filosofisch en psychologisch. Hij krijgt ons in ieder geval stil met sommige van zijn uitspraken.

Zijn zoon komt ook langs en samen kijken ze naar de campagnefilm van jaren geleden waar we een jonge Boussouri zien die toen al op zijn authentieke en respectvolle manier met zijn patiënten omging. Op dat vlak is hij tot op heden nog niets veranderd. Fysiek is hij ouder geworden en hij zegt van zichzelf dat hij sneller ouder wordt dan andere mensen. Zijn zoon kijkt geboeid over zijn schouder mee.



Boussouri heeft echter ook minder goed nieuws voor ons. Het vliegtuig dat ons naar Moroni moet brengen staat in panne en bijkomend is er op Grande Comore een probleem met brandstof voor de auto’s. De boot die vanuit Mombassa moet komen heeft vertraging opgelopen. Men zou er wel alles aan doen om voldoende brandstof voor de 2 auto’s te krijgen die ons van de luchthaven tot aan ons hotel moeten brengen.

Na een iets luxueuzer avondmaal wordt er nog gezellig gekeuveld in onze living.

De nacht is kort voor mij omdat mijn darmpjes er voor de eerste keer de brui aan geven.

We moeten vroeg op de luchthaven zijn, want de kans bestaat dat onze vlucht omgeboekt moet worden naar een andere maatschappij. Gelukkig regelt Boussouri dit voor ons en moeten we enkel wachten. We krijgen gelukkig al snel te horen dat het omboeken van de vlucht geen probleem is en dat we met de eerste vlucht kunnen vertrekken. Het vertrekuur wordt op 10.00 uur gezet. Uiteindelijk vertrekken we rond 12.00 uur naar Grande Comore. We hebben er dus al 4 uur wachten op zitten.

Het afscheid van Boussouri valt me zwaar. Ik laat een vriend achter waar ik erg veel respect voor gekregen heb de afgelopen weken. Zijn onvermoeibare inzet, dikwijls belangeloos, voor zijn leprapatiënten, maar ook voor alle andere eilandbewoners hebben mij zeer diep geraakt. Ik heb iemand ontmoet die voor veel mensen het verschil maakt. Iemand die zoveel respect verdient en ook krijgt van iedereen die hem ontmoet. Maar ook iemand die zo bescheiden blijft waardoor hij zeker niet krijgt wat hij eigenlijk verdient. Daarom zal ik hem ook nooit vergeten en daarom zal zijn naam verbonden blijven aan mijn bouwkamp, want hij heeft mijn bouwkamp tot iets super speciaal gemaakt.

Uiteindelijk zitten we met een 20-tal personen in een klein maar net vliegtuig. Na ongeveer 25 minuten landen we in Grande Comore waar we meteen weer geconfronteerd worden met het zwarte, mistroostige uitzicht van de omgeving. Yanoussa is op de afspraak en we worden, nadat we onze terugvlucht bevestigd hebben, in ons hotel afgeleverd waar de meesten kiezen om even een dutje te doen. We gaan wel eerst aan tafel voor een dagschotel, kip met gebakken aardappeltjes. Ons eerste stukje kip na bijna 4 weken smaakt uitstekend. Rond 17.00 uur zou Yanoussa langskomen om ons bezoek en de planning van onze laatste dagen te bespreken. We weten ondertussen dat we vroeger richting Madagascar vertrekken. Dit betekent dat we nog langer zullen moeten wachten in Antannarivo vooraleer we richting Parijs vliegen.

Het thuisfront wenkt en dat doet goed. Na 4 weken wil ik ook terug in mijn eigen thuis zijn, om te bekomen van dit unieke project waarvan wij deel mochten uitmaken.

Op dit moment weet ik nog niet wanneer dit gepubliceerd zal raken, want internet is op dit eiland ook weer iets anders als op Moheli.

Ik ga zeker nog een verslagje van onze laatste dagen posten, maar dat zal vermoedelijk verschijnen als ik al terug in België ben.

Ik wil nu alvast al mijn sponsors, familie, vrienden, sympathisanten en de lezers van de blog bedanken voor hun steun en leuke reacties. Zonder jullie was dit bouwkamp niet kunnen doorgaan. Wij horen hier nu al van alle kanten zeer goede reacties op het nieuwe gebouw. Men is vooral gecharmeerd door het feit dat wij dit allemaal ter plaatse mee verwezenlijkt hebben.

Ik wil ook speciaal Roger Torremans van de Damiaan bouwkampen bedanken omdat hij de grote bezieler was van dit bouwkamp. Het is dankzij zijn voorbereiding dat wij hier een unieke belevenis gekregen hebben.
Ik wil ook mijn bouwkampmaatjes bedanken voor de leuke en moeilijke momenten die we samen beleefd hebben. Samen hebben wij hier heel veel mensen een hart onder de riem gestoken en ben ik ervan overtuigd dat dit bouwproject een geweldige bijdrage zal leveren in de strijd tegen lepra en tuberculose.

En als laatste wil ik speciaal emilienne, mijn lieve schat bedanken, voor de hulp met het plaatsen van de berichten op de blog, en voor de vele dagen dat ze het zonder mij heeft moeten stellen.

Schat, ik ben zondag terug thuis!

Ik heb de afgelopen weken ook veel foto’s en ook veel filmmateriaal bij elkaar verzameld. Diegene die meer willen zien van mijn belevenissen en het verhaal willen horen kunnen op 25 januari in Cinema De Walburg te Hamont terecht. Ik begin mijn verhaal om 20.00 uur.

woensdag 24 oktober 2012

24 oktober 2012: Dag 23


24 oktober


Dag van de inhuldiging van het gebouw. Amhdi is op tijd zodat we als genodigden ook tijdig op de plechtigheid kunnen aankomen. Dit is echter weer buiten de dokter gerekend die we nog moeten ophalen. Zij zorgt ervoor dat we pas om 8.05 uur in het ziekenhuis aankwamen. Maar dat is geen probleem, wij zijn nog altijd bij de eerste gasten. Uiteindelijk zal het tot 9.00 uur duren als het eerste woord gesproken wordt. Als 2e spreker is het de beurt aan Rob die een mooie speech had voorbereid. Het wordt stil als hij het woord neemt en een voor ons perfecte speech weggeeft. Als hij Boussouri een eerste maal bedankt komt er een spontaan applaus. Boussouri wordt hier ook standaard voorgesteld als dokter Boussouri. Het is duidelijk dat hij hier zeer gewaardeerd wordt.



Het gebouw is uiteindelijk bijna klaar geraakt, maar met toch wel wat ontbrekende delen. Na de receptie zijn de werkmannen weer bezig om de laatste dingen af te werken.

De commissair zijn speech wordt zo hard uitgesproken dat de micro eigenlijk niet nodig was. Men doet een poging om de micro wat verder van zijn mond te krijgen, maar hij blijft er precies aanplakken en schuift gewoon mee naar voren.

Uiteindelijk zijn er meer als 60 personen op de inhuldiging aanwezig. Wij worden letterlijk en figuurlijk in de bloemetjes gezet en ik krijg de eer om samen met de commissair het lintje door te knippen.


Alle gewone genodigden hebben ondertussen een zakje gekregen met een frisdrankje, een pak koekjes en een blikje sardienen. Sommigen vertrekken zelfs als ze het pakketje pas gekregen hebben. Wij mogen in het gebouw naar de uitgebreide receptie met een uitgebreide keuze aan koekjes, pinda’s, frisdrank, water en popcorn. Als we op de foto moeten met de commissair wordt de tafel in no time geplunderd door de aanwezigen.



Na de receptie is iedereen meteen weg en blijven we een beetje verweesd achter. Enkelen moeten nog souvenirs zoeken, en Ahmdi weet nog een artisanale winkel. We concluderen echter snel dat hier niet veel voor ons tussen zit. Toerisme is echt een onbestaand iets op dit eiland. Het spijt me dus voor alle mensen die een cadeautje van Moheli verwachten. Er is hier niets, maar dan ook niets van souvenirs te krijgen.

Voor de geïnteresseerden hieronder de speech van Rob

Chers Amis de Damien,

Cher Mr. le Gouverneur,

Nous sommes ici dans l’esprit du Saint Damien. Un homme qui a décidé de vivre a l’île de Molokai, parmi les lépreux. Un homme qui a décidé de vraiment vivre avec eux, c’est à dire : travailler, éduquer, faire plaisir,… et finalement mourir avec eux.

Ses mots, «nous, les lépreux », ont une telle importance. Ils ont traversé le monde.

Un homme qui risque sa vie pour aider les malades, qui part de sa confortable vie en Europe, qui finalement devient malade lui-même, c’est un héro !

La fondation Damien essaye de travailler dans l’esprit de ce héro. Tous les collaborateurs de la fondation, en effet, ont un rôle dans l’éducation des docteurs, dans la recherche des malades, dans la soigne des malades,…

Mais ce n’est pas nécessaire d’être un collaborateur officiel. Chaque personne qui vie dans l’esprit de Damien, et qui essaye de participer à la soigne des malades, et on ne parle plus seule de la lèpre, est un ami de Damien.

L’inauguration de ce bâtiment ci, est un vrai exemple de l’amitié de Damien. Ce bâtiment est le résultat de la collaboration entre la Fondation Damien, le gouvernement, le staff médical, les volontaires et les donateurs.

Nous espérons vraiment que ce bâtiment peut aider à la soigne des lépreux et des tuberculeux. Finalement, nous croyons que ce bâtiment peut avoir un rôle très important dans l’amélioration de la santé générale ici à Mohéli.

Nous voulons remercier toutes les personnes qui ont contribué à la réalisation de ce bâtiment. A toutes les personnes qui ont montré d’être des vrais amis de Damien.

Et en particulier,
- tous les donateurs qui ont contribué et qui ont fait le maximum pour la réalisation de ce projet
- le gouvernement, le gouverneur et le commissaire
- le directeur du Ministère de la Santé
- le directeur de l’hôpital de Fomboni
- les collaborateurs de la Fondation Damien
- et l’entrepreneur qui a construit le bâtiment

Finalement, un mot spécial pour le collaborateur local de la Fondation Damien. Mr Boussouri, vous êtes un vrai ami de Damien. Votre rôle dans la lutte contre la lèpre est très important. Nous avons vu la découverte de ni moins de 5 nouveaux patients.

En plus, vous avez trouvé le temps pour nous assister pendant notre séjour. De nous écouter, aider,…et même guérir quelques entre nous. Marahaba, Mr Boussouri !

Merci à tous.

En zo komt er bijna een einde aan ons verhaal. Morgen vertrekken wij vanuit Moheli naar Grand Comore, waar we nog 2 nachten zullen doorbrengen en hopelijk zijn wij zondagnamiddag terug in België. Ik probeer de volgende dagen nog wel een verslagje van Grande Comore door te sturen en zeker wat foto’s hiervan mee te sturen. Ik zie er nu al tegenop omdat het eiland helemaal vulkanisch is en daarom bijzonder donker, zelfs zwart. Dit geeft mij een zeer mistroostig gevoel.

Morgen zal voor ons allemaal ook het afscheid betekenen van Boussouri die ondertussen een echte vriend is geworden. Dit zal voor mij zeker een speciaal en moeilijk moment zijn, want ik heb hem ondertussen leren kennen als een echte Damiaan, met het hart op de goede plaats en een onverzetbare inzet voor de minder bedeelden op zijn eiland.

24 oktober 2012: Dag 22


23 oktober

Laatste dag voor de inhuldiging van het gebouw. We gaan vol verwachting op controle op de werf om te zien wat er tijdens onze afwezigheid nog allemaal uitgevoerd is. Onze teleurstelling in de aannemer blijft. De werf ligt erbij alsof er binnen een kleine ontploffing is gebeurd. Dit is een gebouw waar morgen 60 genodigden een officieel moment gaan meemaken?

Ik voer nog een hele discussie met de aannemer ivm de loop van de werken. Hij verzekert mij echter dat morgen alles klaar gaat zijn. Ik moet toegeven dat er vandaag nog met man en macht gewerkt wordt aan het gebouw. Op onze hulp hoeft hij echter niet te rekenen. Zijn schilder heeft ons het leven iets te zuur gemaakt. Wel krijg het symbool van Damiaanactie nog een 3e couche en laten we een persoonlijke toets achter in de bureau van Boussouri.



We maken er voor ons gewoon een leuke dag van en gaan even een ander deel van de stad verkennen. De haven van Fomboni hadden we nog niet gezien. En zoals het hier normaal is loop je ook daar gewoon binnen langs de slagboom. Verbaasde gezichten alom maar niemand durft ons aan te spreken.

Voor de kade liggen 2 boten voor anker. Wat ze daar liggen te doen weet niemand. Zijn ze nog zeewaardig en varen ze nog uit???



We denken een vluchteling op een vlot te zien aankomen. Achteraf blijkt het echter een scheepssloper te zijn die een metalen plaat van een boot op een wel vreemde manier aan land brengt.



We schieten nog even enkele mooie plaatjes als we teruglopen naar ons huis. Vooral de foto van het kippenhok is schitterend.




We zorgen voor onze laatste avondmalen op Fomboni. Het zou vanavond boerenomelet kunnen zijn, maar dat was buiten onze kok gerekend die nog enkele restjes op te werken had. Het worden dus gebakken pattatjes met “stoofvlees” en vooral een fris slaatje. Het slaatje bestaat standaard uit sla, kool, wortelen en tomaat. Er kunnen enkele wisselingen inzitten als één van de 4 ingrediënten niet verkrijgbaar is.

Boussouri komt ’s avonds nog langs om een kleine operatie aan Paul zijn voet uit te voeren. Als hij aankomt heeft hij een cadeau mee voor ieder van ons, een zakje vanille stokken. In het zakje zitten ongeveer 50 stokken. Hij beseft niet de waarde die dit zakje in België heeft.





Dingen die mij opgevallen zijn op het eiland Moheli de afgelopen weken zijn:
  • De ongelooflijke levensvreugde van de mensen
  • De vriendelijkheid van iedereen
  • De veiligheid voor ons op het eiland
  • De eenzijdige voedselmogelijkheden
  • De afhankelijkheid van de zee
  • Het gebrek aan goede teeltmethodes voor dagdagelijkse producten
  • Het gebrek aan fruit wegens niet het juiste seizoen en geen import van elders
  • Het gebrek aan gecultiveerde velden waar op iets grotere schaal iets gekweekt wordt
  • De groententuintjes van bewoners
  • De grote verscheidenheid in bewoning
  • De vele half-afgewerkte woningen
  • Het ongelooflijke aantal witte hemden, die kraaknet gewassen en gestreken zijn
  • Het ongelooflijke aantal vuile en versleten kleren die tot het oneindige wordt gedragen
  • 1 hond op het eiland?
  • Het aantal geiten
  • Het totale ontbreken van paarden
  • Het minimaal aantal mensen die roken
  • Het ongelooflijk aantal kg. vuil op het strand van Fomboni
  • Het ongelooflijke mooie strand in het Parc Marin aan de andere kant van het eiland
  • De heerlijke geuren van kruidnagel en Ylang-Yl ang als je door het landschap rijdt
  • De vleerhonden die bij valavond beginnen rond te vliegen
  • Het bijna ontbreken van spinnen
  • De ratten die toch wel aanwezig zijn
  • De slechte toestand van de wegen
  • Het steeds uitvallen van de stroom ’s nachts
  • De gebrekkige communicatiemogelijkheden
  • De ongelooflijke dure prijzen van levensmiddelen
  • Het aantal “bescheiden” woningen
  • Het kleine aantal wilde dieren in het woud
  • De sterke ontbossing van het regenwoud voor het aanleggen van velden
  • De ongelooflijke bevolkingsaangroei
  • Het gebrek aan toeristische activiteit






dinsdag 23 oktober 2012

23 oktober 2012: Dag 21

22 oktober

Het is weer een vroege ochtend. Ik word wakker rond 4.00 uur door het geluid van allerlei ongedierte. De nieuwe Cis, die al duidelijk gespot werd, zit ergens in ons verblijf rond te hossen. Vermoedelijk tussen de dakplaten en het palmbladen dak. Ik blijf echter in bed tot een uur of zes. Ik wil nog enkele foto’s maken van de bloemenpracht en hoop de ijsvogels die hier rondvliegen nog te fotograferen. Het weer zit echter niet mee, de lucht is bewolkt en er vallen zelfs regendruppels uit.

De ijsvogels kan ik wel spotten, maar de foto’s leveren geen kleur op. We trekken dan maar richting ontbijt waar Boussouri al aangekomen is. Een uur vroeger als voorzien, maar hij zegt beter te vroeg als te laat. Zoals altijd heeft hij overschot van gelijk met zijn uitspraken. Gelukkig heeft hij vers Frans brood mee zodat ons ontbijt toch een bepaalde waarde blijkt te hebben.



We vertrekken meteen na het ontbijt naar het dorpje van waaruit we naar de Livingstone vleermuis gaan zoeken. Het begint echter pijpenstelen te regenen en er sluipt enige twijfel in de groep. Uiteindelijk besluiten we toch op pad te gaan, behalve Louis die het niet ziet zitten. Hij blijft de auto bewaken. De wandeling bergop is pittig maar brengt ons door een stukje regenwoud dat echt wel de moeite is. De regen maakt de paadjes wel moeilijk begaanbaar. Maar uiteindelijk komen we aan bij onze bestemming. De vleerhonden hangen in een hoge boom en de lucht eromheen is grijs zodat we eigenlijk geen goede foto of film hiervan kunnen maken. De grootte van de beestjes valt danig tegen, zelfs Boussouri, die deze beestjes nog nooit had gezien, merkt op dat de grootte niet echt verschillend is met diegenen die we aan de lodge elke avond zagen rondvliegen. Enkel de kleur is verschillend. Deze vleerhonden zijn behoorlijk donker van kleur. Moe maar tevreden vatten we de afdaling aan, die nog gladder is als de beklimming. Enkelen van ons maken dan ook van de gelegenheid gebruik om hun broek eens flink vuil te maken.



Na een goede 2 uur komen we terug bij Louis die de auto al helemaal naar zijn zinnen heeft omgetoverd met afdakjes van bananenbladeren tegen de regen. We rijden nat terug naar de lodge voor een laatste douche.

Als we even stoppen bij de post voor belkrediet te kopen ontdekt Boussouri een nieuw geval van lepra. Dit is terwijl wij in Moheli zijn het 5e nieuwe leprageval. Hij noteert de gegevens van de man en zal later contact met hem nemen om een behandeling op te starten

Na de lekkere douche gaan we dan terug richting Fomboni, waar we na de nodige winkelstops terug in ons huisje aankomen. Wat hebben we dit de laatste dagen gemist!

Onderweg maakt Marleen de bedenking dat we nu de afgelopen dagen nog eens hebben mogen ervaren wat honger eigenlijk betekent. In België hebben we meestal al iets gegeten vooraleer we een hongergevoel zouden krijgen. Dit zet ons inderdaad weer even met de voeten op de grond!

Als we thuis komen zetten we ons op ons terras en wordt er nog eens lekker gekeuveld. Boussouri’s zoon brengt nog een Jackfruit die hij helemaal fileert en voor ons schoonmaakt. Diegene die helpt heeft de grootste moeite om het kleverige goedje van zijn handen te wassen.

Na een overheerlijke maaltijd van onze chef-kok gaan we van de 3 laatste nachten genieten in ons eigen bedje.